Het Neutrino-effect, deel 12. Geschreven door Gjakkes. Pas op! Vrouwen achter het stuur... Overal in Nederland wordt door een extreem feministische groep vrouwen een geheimzinnige stof losgelaten die alle vrouwen verandert in superwezens. 'Néé, ik rijd niet harder dan tachtig met de caravan achter de auto!' Stefan Windeler zuchtte. Hij had zijn vrouw ook niet moeten laten rijden. Met deze snelheid waren ze om twaalf uur nog niet terug in hun woonplaats Osnabrück. Ze waren op de weg terug van een week vakantie in Nederland. Ze hadden hun caravan neergezet op een camping vlakbij Castricum, op slechts twee kilometer afstand van de Noordzee. Op een paar mindere dagen na hadden ze de hele tijd aan het strand kunnen liggen. Dit moesten ze vaker doen, het Nederlandse strand was lekker dichtbij en het was ook veel goedkoper dan zo'n dure zonvakantie aan de Costa del Sol. Vanavond waren ze weer op weg naar huis gegaan. Hij had de hele dag nog in de golven gelegen en hij had zich te moe gevoeld om dat hele eind te rijden. Daarom had zijn vrouw Petra achter het stuur plaatsgenomen. Zij voelde zich echter nooit erg zeker in een auto met zo'n grote caravan erachter. Zelfs op de autosnelweg hield ze constant een tempootje van slechts zeventig kilometer per uur aan. Stefan keek eens op zijn horloge. Halftien. Ze waren net Amersfoort gepasseerd. Het was nog zeker honderdzestig kilometer rijden naar Osnabrück. 'Rijd dan ook tachtig, mens! Bij dit gangetje halen zelfs de vrachtwagens ons nog in!' Monique van Velzen had ook haast. Zij moest om tien uur thuis zijn in Apeldoorn. Ze had afgesproken om met haar vriendinnen een avondje te gaan stappen maar ze was die middag op familiebezoek geweest in Amsterdam en het was een beetje uitgelopen. Plankgas reed ze over de A1. Helaas betekende plankgas voor haar Citroën 2CV maar een snelheid van ongeveer honderd kilometer per uur. Shit!!! Daar reed een auto met caravan wel heel erg langzaam over de weg. Een Duits kenteken, zeker op de terugreis van vakantie. Je zou toch denken dat die Duitsers, gewend aan hun eigen Autobahnen, wel wat harder zouden rijden. Maar deze vond zeventig blijkbaar hard zat. Ze keek in haar linkerspiegel of ze hem kon passeren. Oei! Daar reed een grote truck op de linkerrijbaan die langzaam probeerde haar en die auto met caravan voor haar te passeren. Als ze die ook nog voor moest laten zou ze nooit op tijd thuis zijn. Ze dacht dat ze met haar eend er nog net voorlangs kon glippen en ze stuurde vlug naar links. Dan moest die vrachtwagenchauffeur maar even iets bijremmen. 'O, ik voel me opeens zo duizelig worden', zei Petra Windeler plotseling tegen haar man. 'Petra, kijk uit!!!', schreeuwde haar man terwijl hij probeerde het stuur te grijpen. Hij bereikte het stuur nooit. WHAM!!! Ineens had hij het gevoel alsof hij door een blok beton tegen het rechterportier werd platgedrukt. Hij kon bijna niet meer ademhalen. Wat was er gebeurd??? Hij kon nog net uit een ooghoek zien hoe hun auto begon te zwabberen en naar links begon uit te wijken. Monique van Velzen zag het ook gebeuren. Die verdomde Duitser week opeens uit! Ze zag nog maar één uitweg om een aanrijding te voorkomen. Ze trapte hard op de rem. Althans dat was haar bedoeling. Maar op de een of andere manier schoot haar voet dwars door het rempedaal en het boorde zich zelfs door het chassis van haar kleine autootje heen. Tegelijkertijd voelde ze dat haar hoofd door het linnen dak van de 2CV schoot. Wat gebeurde er toch met haar? Haar voet raakte het wegdek en ploegde zich er dwars doorheen. Ze kwam vrijwel onmiddellijk tot stilstand. Helaas kon haar eend deze plotselinge snelheidsvermindering niet aan. De wagen brak finaal doormidden, waarbij het voorste stuk, met de motor erin, nog tientallen meters doorreed voordat het tegen de vangrail tot stilstand kwam. Monique, helemaal in paniek en niet begrijpend wat er gebeurd was, trapte met haar linkervoet tegen het tweede restant van de auto aan, waardoor dit honderden meters wegvloog voordat het in een weiland tot stilstand kwam. Ze stond nu helemaal naakt midden op de snelweg, met haar voeten twintig centimeter diep weggezonken in het asfalt. Ze draaide zich snel om en zag de grote truck met oplegger op nog geen meter afstand met grote snelheid recht op haar af komen. Instinctief, maar met een bovenmenselijke reactiesnelheid, schoot haar rechtervuist uit. Tegelijkertijd kneep ze haar ogen stijf dicht. Ze hoorde een enorme knal. Vervolgens had ze het gevoel alsof ze de grond in werd gedreven. Ze deed haar ogen weer open. Wat gek, ze leefde nog! Ze keek eens om zich heen. Het leek wel of ze zich in een soort diepe put bevond. Om zich heen kon ze stukken steen, asfalt en rivierzand zien. Zo'n honderd meter boven haar scheen licht naar binnen. Ze probeerde omhoog te klimmen. Het ging buitengewoon gemakkelijk. Binnen enkele seconden was ze alweer boven. Ze keek om zich heen. Ze bevond zich nog steeds op de A1. Maar, o wat was die snelweg veranderd in een slagveld! Overal waar ze keek zag ze doormidden gebroken auto's, sommigen stonden in brand. Ook waren er vele wagens op elkaar gebotst. De andere rijbaan, richting Amsterdam, gaf hetzelfde beeld. Slechts enkele auto's waren aan deze onverklaarbare ramp ontsnapt, zij stonden met ontstoken knipperlichten aan de kant van de weg. Dertig meter voor haar zag ze haar eend tegen de vangrail staan. Althans de voorste helft van het voertuig. Had ze het goed gezien, was de achterste helft van haar auto zomaar weggevlogen? En waar was die grote vrachtwagen toch gebleven? Ze bekeek zichzelf eens wat beter. Lieve help! Ze was veranderd in een totaal ander persoon! Ze had plotseling een gigantische boezem. En waar kwamen die enorme spieren toch vandaan? Het feit dat ze helemaal naakt was viel haar niet eens op. Haar scherpe ogen zagen dat er overal op de snelweg vrouwen stonden, allemaal met zo'n gigantische boezem en enorme spieren. Bij elk autowrak stond er wel één. Sommigen leken bezig te zijn andere mensen uit de wrakstukken te bevrijden. Er lagen of zaten al vele slachtoffers op de grond. Het waren praktisch allemaal mannen. De meeste hadden lichte verwondingen, maar sommigen waren er zo te zien slecht aan toe. Ze liep naar de auto met caravan die voor haar had gereden en vijftig meter verderop tot stilstand was gekomen. De caravan was daarbij omgevallen. Toen ze bij de auto kwam zag ze dat hij aan de chauffeurskant helemaal was opengebarsten. De vrouw die daar had gezeten was uitgestapt en had blijkbaar een man uit haar auto gehaald. Hij lag op het asfalt. Hij leefde nog en was zo te zien bij kennis, maar zijn linkerarm stak in een afschuwelijke hoek naar buiten. Hij keek verwilderd om zich heen en kermde van de pijn. 'Bitte, können Sie mir helfen? Mein Mann muß sofort ins Hospital!', zei de kolossale vrouw tegen haar. 'Ja, dat zie ik! Maar hoe? Mijn wagen is ook helemaal kapot!' Ze keek de weg af. Hoewel het al bijna donker was kon ze zo'n anderhalve kilometer verderop een auto zien staan die blijkbaar nog helemaal intact was. Hij stond met de knipperlichten aan op de vluchtstrook. 'Daarginds staat een auto die nog heel is! Als we uw man voorzichtig optillen kunnen we hem er misschien naar toe dragen!' De Duitse vrouw pakte voorzichtig haar man vast en tot beider verbazing slaagde ze erin om hem zonder enige moeite helemaal op te tillen. 'Merkwaardig! Hij weegt helemaal niks!', sprak ze in gebroken Nederlands met een zwaar Duits accent. 'Breng hem naar die auto!', zei Monique. 'Ik loop wel met je mee.' Samen begonnen ze te rennen. Het ging verbazend gemakkelijk. In een mum van tijd hadden ze de anderhalve kilometer afgelegd. De auto die daar stond, een dure BMW, was inderdaad nog helemaal heel. Er had slechts één persoon ingezeten, een man, die nu naast zijn auto wat verdwaasd stond rond te kijken. Volgens Monique leek het wel of hij maar half zo groot was als zij en de Duitse vrouw. Waren ze echt zo'n stuk gegroeid? Wat was er toch in hemelsnaam met hen gebeurd? De man leek helemaal verbijsterd door de verschijning van de twee naakte reuzinnen die met een ongelooflijke snelheid op hem af waren komen rennen waarbij één van hen een zwaar gewonde man op haar boezem had mee gedragen. Het speeksel liep hem uit de mond en voordat Monique van Velzen hem iets had kunnen vragen was hij bewusteloos in elkaar gezakt. 'Nou, is het niet prachtig? We hebben nu wel een auto waar we je man in kunnen leggen, maar geen chauffeur om ermee te rijden. Ik geloof niet dat jij of ik er nog in passen.' 'Ik geloof niet dat dat nog nodig is. Ik denk dat ik hem lopend ook wel naar het ziekenhuis kan brengen. Als ik het tenminste kan vinden.' 'Ik weet wel waar het is! Het ziekenhuis van Apeldoorn ligt vlakbij de snelweg! Het is hier hooguit vijftien kilometer vandaan! Volg me!' En beide vrouwen sprintten weg. Ze moesten hun snelheid beperken tot circa honderd kilometer per uur omdat een hogere snelheid schadelijk zou zijn geweest voor de gewonde Stefan. Toch bereikten ze het Apeldoornse ziekenhuis al na tien minuten. Het was er ontzettend druk. Het was een compleet gekkenhuis. Overal stonden reuzinnen met gewonde mannen in hun armen te dringen om naar binnen te mogen. Het waren er vele tientallen. Na een klein uur waren zij pas aan de beurt. De vrouwelijke dokter, ook veranderd in een gigantische naakte reuzin, onderzocht hem snel en constateerde dat zijn linkerarm op vier verschillende plekken gebroken was en dat zijn linkerlong was ingeklapt. Voor de rest had hij alleen kneuzingen aan zijn lichaam. 'Hij moet enkele dagen hier blijven. Hopelijk hebben we nog een paar bedden vrij. Wat gek, hè! Alle vrouwen zijn van het ene op het andere moment veranderd in kolossale reuzinnen. We hebben alle vrouwelijke patiënten van het ziekenhuis maar ontslagen. Ze mankeerden plotseling helemaal niets meer. Maar die lege bedden raken nu al weer snel gevuld met mannen die bij dit merkwaardige proces gewond zijn geraakt. Vooral in het verkeer schijnen er vele ongelukken te zijn gebeurd.' 'Hoe heeft dat toch kunnen gebeuren, dokter? Denkt u dat we nog weer terug veranderen?', vroeg Monique. 'Ik heb werkelijk geen flauw idee. Volgens mij is dit volkomen in strijd met alle bestaande natuurwetten. Of we nog weer normaal worden, ik zou het echt niet weten. Ik weet eigenlijk ook niet of ik dat nog wel wil, ik voel me nu zó fantastisch, ik bruis gewoon van de energie. Ik heb het gevoel dat ik de hele wereld aan kan. Voelen jullie dat niet net zo?' 'Tja, eigenlijk wel. U had ons eens moeten zien rennen over de snelweg! Zo hard kon mijn eend vroeger niet eens rijden. En we hadden volgens mij nog veel harder gekund als we niet zo voorzichtig met hem hadden moeten zijn!' Monique voelde opeens een sterke behoefte om haar nieuwe lichaam aan haar vriend Bob te laten zien. Hopelijk was hij niet gewond geraakt. Daarom verliet ze enige minuten later het ziekenhuis op weg naar huis. Petra Windeler bleef in het ziekenhuis bij haar man. Er was dringend behoefte aan verplegend personeel om de enorme toeloop aan te kunnen en men vroeg daarom de directe familieleden om mee te helpen met hand- en spandiensten. Het viel voor de gigantisch gegroeide vrouwen echter niet mee om overal nog bij te kunnen. De deuren in het ziekenhuis waren gelukkig nog net groot genoeg. Een uur later stortten enkele zwartgeblakerde stukken metaal, de onherkenbare restanten van een truck met oplegger, in de Atlantische Oceaan ten westen van Ierland. De vuistslag die Monique van Velzen had uitgedeeld was bijna voldoende geweest om hem in een baan om de aarde te brengen...