Mis je bus niet. Auteur: Tiana Crowheart, in het Nederlands vertaald door WatjeKouw. Paul mist zijn bus en valt in handen van een merkwaardige vrouw. Het was een erg lange dag geweest en Paul wilde alleen maar naar bed. Er leek maar geen einde te komen aan de straat en het was nog een paar kilometer naar het lelijke gebouw met de belachelijk kleine appartementen waar hij zijn domicilie had. Hij had de laatste bus gemist en hij had geen geld voor een taxi. "Wat heb ik toch misdaan waaraan ik dit verdien?" verzuchtte de man. "Niets toch?" zei een huiveringwekkende, maar toch verleidelijke vrouwenstem. "Pardon?" Hij stopte en keek haar aan. De vrouw was gekleed in een grijze trenchcoat. Er was geen silhouet van haar te zien, zo vormeloos was de jas. Ze had blonde krullen, die als levendige gouden slangetjes in de wind dansten. "Zei je iets?" Paul was niet in de stemming voor grapjes. "Ja." Op haar prachtig gebruinde gezicht lag een hemelse glimlach. Ze liep langzaam en elegant op hem af. De man schudde zijn hoofd. "Het spijt me. Ik ben een beetje in de war. Het is al laat en ik..." "Ssst..." Ze kwam nog dichterbij en ging recht voor hem staan. Toen hij diep inademde, rook hij haar geur, fris en zoet. "Ken ik je ergens van?" vroeg hij in een vertwijfelde poging om zijn hormonen in bedwang te krijgen. De vrouw glimlachte alleen maar. Met haar hand raakte ze zijn wang aan en streelde er even over. "Hé!" Hij deed een stap naar achteren. "Ben je dronken of zo?" Een stalen greep van krachtige vrouwenvingers sloot zich plotseling om zijn keel. De man hapte tevergeefs naar adem. Ze kneep nog een beetje harder, en binnen een paar seconden zakte Paul weg in een diepe bewusteloosheid. Ze liet zijn lichaam niet op de grond vallen, maar nam het behoedzaam in haar armen en tilde het nonchalant op. Toen drapeerde ze hem over een van haar schouders, sloeg een arm om zijn heupen en snelde naar het dichtstbijzijnde steegje. Daar lag nog een bewusteloze man, verborgen onder wat lompen en papier. Ze sloeg hem over haar andere schouder en trok haar gezicht in een grimas, niet vanwege hun gezamenlijke gewicht, maar vanwege de in haar opkomende geilheid die ze niet meer in bedwang had. Na niet meer dan een halve minuut liep ze een doodlopende steeg in. Ze zag een smerige dakloze die daar lag te slapen en trapte hem zachtjes tegen zijn rug. Haar voet was naakt, evenals de rest van haar elegant gespierde been. De dronkaard gromde en werd wakker, knipperde een paar keer met zijn ogen en stond als door een bij gestoken op. "Doe me geen pijn..." schreeuwde hij. Ze lachte alleen maar zachtjes. "Rot op. Ga maar ergens anders slapen." En dat deed hij ook: hij zette het onmiddellijk op een lopen. De vrouw legde de twee lichamen op de straat en liet ze tegen een muur aan zitten. Toen deed ze haar trenchcoat uit waar ze, zoals te verwachten was, niets onder aanhad. Lange tijd stond ze over haar twee slachtoffers heen gebogen, grijnzend en sensueel haar spieren spannend. Ze genoot intens van de wind die over haar huid speelde en het schaduwspel om haar heen. Toen ze voelde dat ze er klaar voor was, ging ze op haar knieën tussen de bewusteloze lichamen in zitten en ging aan de slag. Paul kwam bij door een vuistslag op zijn voorhoofd. "Wel verd..." wilde hij schreeuwen, maar de sterke handen van deze merkwaardige vrouw grepen hem bij zijn shirt en trokken hem in een verstikkende omhelzing. "Ik zei ssst," fluisterde de vrouw. Toen begon ze hem hartstochtelijk te kussen en zijn lippen te likken en te bijten. Haar minnaar wilde zich verzetten, hij wilde zich verdomd hevig verzetten, hij was des duivels! Maar hij was machteloos. Ze hield zijn armen met slechts één hand achter zijn rug, terwijl ze met haar andere hand zijn kin zo vasthield dat ze alle zuurstof uit zijn longen kon zuigen. In Paul's verwarde geest streden genot en pijn om voorrang, en toen hij begon te hoesten en proesten liet de vrouw hem los. "Wel verdomme..." De andere man, zo te zien een bouwvakker, kwam bij met een pijnlijke grimas op zijn gezicht. Ze maakte korte metten met hem, greep hem bij zijn dreadlocks, trok zijn hoofd naar beneden en sloeg haar benen om zijn nek. Zittend luisterde ze naar de grommende en snikkende geluiden die ze uit hem perste. Ondertussen was Paul weer wat op adem gekomen. De vrouw zat gedeeltelijk op zijn benen en hij voelde het hoofd van de andere man, dat tussen de dijen van hun kwelgeest ingeklemd zat. Met veel moeite en met de hulp van de muur achter hem slaagde hij erin om op te staan. "Dank je wel," glimlachte ze en sloeg weer een arm rond zijn heupen, met de bouwvakker nog steeds in een schaar tussen haar benen. Met haar andere hand trok ze vakkundig zijn ritssluiting naar beneden. "Niet doen! Laat dat!" Door stomheid geslagen boog Paul zich achterover, versteend door deze onverwachte wending. Zijn broek hing nu op zijn enkels en ze begon hem hevig af te zuigen en in de binnenkant van zijn dijen te bijten, terwijl ze hem met een stalen greep om zijn billen vasthield. Plotseling stopte ze hiermee. "Er moet een derde man bij." Haastig stond de vrouw op en trok haar trenchcoat aan. "Hier blijven, jongens." Ze glimlachte onschuldig en spoedde zich naar haar jachtgebied. Paul viel neer en pas na lange tijd was hij in staat om zijn mannelijkheid zedelijk te bedekken. De bouwvakker lag nog langer te hoesten en te proesten. "Verdomme... verdomme..." "Wat moeten we doen..." "Ik weet het niet..." "Ik ook niet..." "Shit... Verdomme..." "Volgens mij moeten we hier wegwezen..." "En wat dan als..." "Ach, loop toch naar de hel! Ik ga er vandoor!" fluisterde Paul en hij stond op en wandelde langzaam naar het einde van de steeg. Zijn benen trilden hevig en hij zag dubbel. Hij keek achterom naar zijn makker in de ellende. "De kust is veilig! Kom op! Breng jezelf in veiligheid!" schreeuwde hij. De bouwvakker knipperde onzeker met zijn ogen. Paul drong niet aan. Hij zette het op een lopen, maar niet voor lang. Plotseling dook de vrouw tevoorschijn, uit zo'n nauw straatje waarvan er in zo'n wijk duizenden zijn. Ze droeg een matroos op haar schouder. De knopen van haar trenchcoat zaten los, zodat tussen de grijze stof door een stukje van haar lichaam zichtbaar was. Helaas voor Paul rende hij te snel en botste hij tegen haar aan, precies tussen haar borsten. Ze hield hem daar een tijdje vastgeklemd en moest glimlachen om zijn vermetele maar vruchteloze pogingen om los te komen. Ze legde de matroos op de straat en sloeg allebei haar armen om hem heen. Met haar ene hand hield ze zijn hoofd tegen haar warme borsten aangeklemd, terwijl ze met haar andere hand zijn achterste met ferme klappen bestookte. Paul was nog niet helemaal hersteld van de vorige verwurging; dertig seconden waren voldoende om hem weer onder zeil te krijgen. Hij viel flauw en voelde hoe ze hem en haar andere buit naar hetzelfde straatje droeg waar ze hem al eerder aangerand had. Toen hij weer bijkwam, zag hij dat ze met een wild spel bezig was. De bouwvakker lag onder haar en ze was hem ruw aan het berijden. Het enige waartoe hij nog in staat was, was ritmisch kermen. En de andere man was er niet veel beter aan toe: ze had de matroos voor zich gezet, met zijn rug naar haar toe, en met haar armen om hem heen. Met haar ene hand vergreep ze zich met de snelheid en kracht van een locomotief aan zijn mannelijkheid, terwijl ze hem met haar andere hand bij zijn nek vasthield, zodat ze een stortvloed van kussen en beetjes op zijn gespierde schouders en rug kon laten neerkomen. Ze stopte toen ze zag dat haar derde minnaar wakker was geworden. Ze schoof de halfbewusteloze man tussen haar benen vandaan en verving die door de verse kracht. Toen ging ze ruw op zijn pik zitten en hervatte haar ritme. "Jij mag nu even rusten, jongen," fluisterde ze tegen de bouwvakker, en legde hem voorzichtig op zijn rug. "Jij bent nu aan de beurt, schat." Terwijl ze Paul overeind trok glimlachte ze lief en voelde hij niet meer zoveel haat meer voor haar, ook al mishandelde en misbruikte ze hem. Dit was even weerzinwekkend als opwindend. In een mum van tijd zag zijn broek er uit als de lompen die rondom hem verspreid lagen. Ze drukte zijn naakte lichaam dicht tegen haar borst aan. Ze liet hem op zich zitten, met zijn benen om haar borst, zijn mannelijkheid tussen haar borsten, en haar handen stevig om zijn naakte achterste. Toen begon ze te wrijven. Steeds sneller begon ze te wrijven. Ze verkrachtte hem heel efficiënt en erotisch tussen haar borsten. Hij voelde hoe ze hem verkrachtte en tegelijkertijd ieder plekje van zijn kruis, achterste en dijen aanraakte, streelde, masseerde en kneep. Hij had nog nooit zo'n golf van genot meegemaakt. "Dit vind je lekker, zie ik." De vrouw glimlachte gelukzalig, zette haar handen op zijn heupen en tilde hem op, zodat zijn pik ter hoogte van haar gezicht kwam. De matroos hijgde zwaar en gromde van uitputting, maar ze liet hem niet rusten voordat hij het einde van zijn potentie had bereikt. Terwijl ze dit deed, nam ze Paul weer in haar mond. Het orgasme dat volgde zorgde ervoor dat hij als een blok in slaap viel. Toen hij weer wakker werd, zag hij dat zijn kleren er nog erger aan toe waren dan hijzelf. De zon was aan het opkomen. De mensen die langskwamen keken met uitpuilende ogen naar de drie naakte mannen. En zij... Zij was verdwenen. Maar er was ook een lichtpuntje: ze had een briefje van vijftig euro voor hem achtergelaten, het lag op zijn naakte borst. Nu kon hij tenminste een taxi bestellen.