De Boerenmeid. Door Jon, in het Nederlands vertaald door WatjeKouw. Ik ontmoet Sarah. "Kan ik hier ergens mijn auto laten repareren?" vroeg ik terwijl ik het erf van de boerderij op liep. "Natuurlijk," zei de lange, broodmagere blondine in spijkerbroek en denim shirt. "Als ik morgen naar de stad ga, dan zal ik het aan Abe vertellen en dan komt hij hierheen om je op sleeptouw te nemen." "Wat kan ik in tussentijd doen?" vroeg ik. "Ik kan wel wat hulp gebruiken. Je kunt hier vannacht blijven, maar dan moet je me wel helpen tot het etenstijd is." Ik ging daarmee akkoord en liep achter haar aan de grote schuur in. Het was een lange boerenmeid van tegen de dertig. Ze was net als ik zo'n 1.83, maar rank en slank, terwijl ik met mijn 90 kilo zwaarder gebouwd was. Haar gezicht was langwerpig en knap, bruingebrand door de wind en de zon. "Ik heet Sarah," zei ze. "Ik ben Henry," reageerde ik. "Nou Henry, je kunt me helpen met het versjouwen van dit voer." Ze knikte in de richting van ongeveer veertig zakken meel die bij de ingang lagen. "Die zijn ze net komen bezorgen. Ze moeten naar boven toe." Ze wees naar een trap naar een zolder van vijf meter hoog. "Als ik jou was, dan zou ik mijn jasje maar uittrekken." Ik legde mijn jasje in een hoek, deed mijn stropdas af en rolde de mouwen van mijn overhemd op. Ik bukte me om de eerste zak op te tillen. Dat ging niet gemakkelijk. Vijftig kilo dood gewicht, die op mijn schouder getild moesten worden. Ik kreeg de zware zak met grote moeite op mijn rechterschouder getild en begon hem de trap op te dragen. Toen ik boven was, zag ik tot mijn verbazing dat Sarah vlak achter me aan liep, met zo'n zelfde zak meel over haar schouder. Ze leek weinig last te hebben van de zware zak toen ze me voorbij liep en hem in een hoek gooide. "Stapel ze hier maar op," zei ze. "Weet je zeker dat je die de baas kunt?" vroeg ik. "We moeten hard werken op het platteland," zei ze terwijl ze de trap weer af ging. Hevig onder de indruk keek ik toe hoe ze zich voorover boog, een van de vijftig kilo zware zakken kwiek over haar schouder sloeg en weer naar de trap wandelde. Ze leek wel haast te hebben. Die meid was een voorsprong op me aan het nemen. Ik liep naar de stapel toe en tilde de volgende zak op mijn schouder. Ik had er moeite mee. Het werd er niet gemakkelijker op. Ik merkte dat ik naar adem hapte toen ik rechtop ging staan en me omdraaide. Het irriteerde me dat ik dat niet even soepel kon als die meid. Tegen de tijd dat ik bij de trap was, was Sarah alweer op de terugweg naar beneden. Ik probeerde te versnellen toen ze me passeerde, maar ik had het te heet en kreeg bijna geen adem. Ik begon al te zweten. Ik kwam bovenaan de trap en loste mijn vracht. Toen ik me omdraaide zag ik die meid de volgende zware zak naast die van mij neerploffen. In de tijd dat ik er twee gedaan had, had zij er al drie gedaan en op de trap liep ze ook alweer voor me uit. Bovendien zag ze er niet in het minst moe of bezweet uit. Happend naar lucht liep ik achter haar aan weer naar beneden. Tien minuten later was ik mijn negende zak die verschrikkelijke trap op aan het dragen. Het zweet liep in stralen van me af, mijn gezicht was vuurrood, ik bewoog me steeds trager en iedere spier in mijn lichaam verrekte van de pijn. Ik had er alle mogelijke moeite voor moeten doen om deze laatste zak op mijn schouder te krijgen. Ik had hem twee keer laten vallen en mijn armen trilden van vermoeidheid. Wat erger was, was dat ik in de verste verte geen gelijke tred kon houden met die meid, die anderhalf keer lichter was dan ik. Ik zag hoe ze zak nummer twintig op haar ranke schouder zwierde alsof er veertjea in zaten, in plaats van vijftig kilo graan. Wederom draaide ze zich om en liep langs me heen naar boven. Ik was nu volledig buiten adem en liet mijn zak vallen voordat ik bij de stapel was. Sarah pakte hem beet en smeet hem met haar lange, slanke armen boven op de stapel. En nog steeds had ze geen druppeltje zweet gemorst. Ze had er twee keer zo veel versjouwd als ik en zag er nog steeds fris uit! "Hoe krijg je dat voor elkaar?" hijgde ik beschaamd, omdat een sterke man als ik haar niet had kunnen bijhouden. "Jij bent niet gewend aan zwaar werk en ik wel," zei ze. "Ik doe dit iedere dag." "Ik heb het zo heet," hijgde ik, en veegde het stromende zweet van mijn gezicht en nek. "Ik moet even bijkomen." "Je hebt gelijk, van dit werk krijg je het heet," zei Sarah terwijl ze haar blauwe denim shirt uittrok, waaronder ze alleen een witte beha aanhad. Nu kon ik zien hoe gespierd haar ranke lijf was. Haar spieren waren omvangrijk en hard. Ze had een stevig wasbordje, uitstaande deltaspieren bij haar schouders en lange, ronde biceps die wel kleine kanonskogels leken als ze haar armen spande. Toen ze de trap weer af ging, zag ik haar spieren over haar gebronsde bovenlichaam spelen. "Moet jij ook niet even bijkomen?" vroeg ik. "Daar heb ik geen tijd voor," zei ze terwijl ze zich voorover boog om weer zo'n grote zak over haar schouder te gooien. Er waren er nu nog maar zeven over. "Hierna moet ik het eten gaan koken." Ze rende zowat de trap op en smeet de zak op de stapel. Ik probeerde weer overeind te komen, maar was te uitgeput om op mijn benen te staan. "Je hebt je best gedaan," zei Sarah. "Ik doe de rest wel. Meestal doe ik het op deze manier." Tot mijn verbazing zag ik hoe ze zich voorover boog en nu twee zakken over haar schouders sloeg. Zonder het geringste spoor van inspanning ging ze met de honderd kilo aan gewicht rechtop staan, draaide zich om en begon de zakken de trap op te sjouwen. "Stop," zei ik toen ze weer terugging en nog een keer hetzelfde wilde doen. Ik kon dit niet aanzien en sprong op, liep de trap af en probeerde haar na te doen. Maar ik kreeg de zware zakken met geen mogelijkheid op mijn schouders. Halverwege stortten ze met een smak op de grond. "Probeer het maar niet," zei Sarah die achter me stond. "Daar moet je voor geoefend hebben." Met maar één zak op mijn schouder ging ik op weg naar de trap. Ik had het gevoel dat ik het gewicht van de hele wereld op mijn schouders torste. Twee keer struikelde ik bijna, maar uiteindelijk lukte hem me om zwetend en happend naar lucht boven te komen met mijn zak. Toen ik tegen de vloer was gestort, kwam die meid eraan met de laatste twee zakken en legde ze die op de stapel. "Zo, klaar is Kees," zei ze grijnzend. Ze zweette nog steeds niet, alleen een lichte blos op haar wangen. Als ze zich bewoog, dan gingen haar spieren licht op en neer. Door haar strakke spijkerbroek heen zag ik haar harde, opgezwollen beenspieren tegen het textiel aan drukken. "Okay, laten we naar de boerderij gaan." Ik probeerde op te staan, maar mijn benen weigerden dienst. Mijn beenspieren moesten nog herstellen van de inspanning die ze geleverd hadden. Ik moest me aan een paal optrekken. "Ik zie het al, stadsjongetje," zei Sarah. "Jij kunt wel wat hulp gebruiken van een eenvoudige boerenmeid." Hierop greep ze me bij mijn arm, boog zich voorover en stak haar rechterarm tussen mijn knieën door. Toen ging ze rechtop staan en tilde me in één keer van de vloer op haar schouders! "Zet me neer!" gilde ik toen ik haar harde schouders in mijn borst en maag voelde drukken en ze naar de trap begon te lopen. "Waarom zou ik?" zei ze snaaks, terwijl haar armen me stevig tegen haar schouders drukten, zodat ik niet kom ontsnappen. Ze draaide me in de rondte en genoot van de macht die ze over me had. "Straks vallen we nog!" "Nee hoor schat." Ze begon de trap af te lopen. "Ik ben sterk genoeg." Dat bleek toen ze mijn 90 kilo moeiteloos de trap af, de schuur uit en naar de boerderij droeg. Ze leek wel haast te hebben, haar lange benen overbrugden de honderd en vijftig meter naar het huis in een oogwenk. Ik schaamde me dood. Die meid was me als een zak hooi op haar schouders aan het ronddragen en ik was niet bij machte om daar iets tegen te doen. Terwijl ik machteloos naar het erf en de bijgebouwen staarde, droeg ze me de trap op en daarna door de hordeur de keuken in. "Hallo mammie. Wie is die man?" Op dat moment zag ik twee kinderen die aan de tafel aan het tekenen waren. Ik schaamde me nog meer toen ik besefte dat die kinderen zagen hoe ik hulpeloos bijna twee meter hoog op Sarah's schouders lag. "Oh, dat is een vriend. Hij is een beetje moe geworden toen hij me hielp om het voer te versjouwen, dus heb ik hem maar een lift hierheen gegeven. Je weet toch wel dat mammie heel sterk is. Oh," zei ze tegen me, en draaide me om zodat ik ze kon zien. "Dit zijn mijn twee kinderen, Earl is vijf en Dottie is zes. Hun pappie is er vier jaar geleden vandoor gegaan." "Hallo meneer," zei Earl. "Hallo," antwoordde ik. "Wat ga je met hem doen, Mammie?" "Oh, ik ga hem naar boven brengen, dan kan hij een bad nemen." "Je mag me nu wel neerzetten," zei ik. "Dat hoeft nog niet," zei ze. "Wij boerenmeiden worden niet zo gauw moe." Ze draaide zich om en droeg me de hal in, en daarna een steile vlizotrap op naar een kleine slaapkamer. Toen liet ze me van haar schouders glijden en zette me weer op mijn benen. Ze deed een stap naar achteren. Haar gezicht was een beetje rood aangelopen, maar voor de rest was er geen spoor van inspanning te merken. "Jij bent me er eentje zeg," zei ik. "Dat ben ik zeker," glimlachte ze. "Ik ga zo meteen weer naar beneden om het eten te gaan koken. Jij gaat een bad nemen. Of wil je dat ik je erin stop?" "Me erin stoppen?" "Ja. Waarom niet?" Hierop nam ze me als een baby in haar armen. Met verbluffend gemak nam ze mijn negentig kilo in haar gespierde armen. Nadat ze met me naar de badkamer was gewandeld liet ze me, met kleren en al, in de lege badkuip zakken. "Je moet hem zelf maar vol laten lopen," zei ze terwijl ze weer naar beneden ging. Ik nam mijn bad. Toen ik me aan het afdrogen was, dacht ik dat ik buiten stemmen hoorde. Ik liep naar het raam en zag dat er een vrachtwagen op het erf stond. Sarah was met de chauffeur aan het praten. Die zou me naar de stad kunnen brengen, dacht ik bij mezelf. Ik trok snel mijn kleren aan en stormde naar beneden. Toen ik in de keuken aankwam, kwam Sarah ook net binnen. "Die man," zei ik, "die zou me nu naar de stad kunnen brengen. Dan kan mijn auto vanavond nog klaar zijn! Heb je hem over mij verteld?" "Nee," zei Sarah. "Ik heb je al gezegd dat je het beste morgenochtend kunt gaan." "Maar dat zou me een hele dag kunnen schelen." "Ik wil niet dat hij weet dat jij hier bent," zei ze. "Een gerucht verspreidt zich hier snel." "Dat kan me niets schelen!" Ik sprintte naar de keukendeur. "Ik zal hem alles wel uitleggen. Hé!" riep ik. "Stop!" Ik voelde een tikje op mijn schouder. Toen ik me omdraaide, zag ik dat Sarah vlak achter me stond. Ze fronste haar wenkbrauwen. Toen zag ik haar rechtervuist op me afkomen en begon ik sterretjes te zien. Plotseling trok er een pijnscheut door de linkerkant van mijn kaak. Ik voelde me achterover vallen... Alles draaide om me heen... Daarna niets meer. Toen ik mijn ogen weer opendeed, lag ik op een bank. Aan de andere kant van de keuken stond Sarah eten te koken. Ik ging langzaam overeind zitten, met bonzend hoofd, en vroeg me af waar de vrachtwagen en de chauffeur gebleven waren, en hoe ik op deze bank was beland. Toen ik aan mijn kaak voelde, verrekte ik van de pijn. Die was zwaar geblesseerd. Mijn lip was gebarsten. "Wat is er gebeurd?" vroeg ik met trillende stem. Praten deed me pijn. "Waar is die vrachtwagenchauffeur?" "Die is meer dan een uur geleden vertrokken," zei Sarah. "Hij heeft wat zaad van me gekocht, we hebben wat koffie gedronken en daarna is hij vertrokken." "Een uur geleden?" herhaalde ik verbijsterd, terwijl mijn geheugen weer begon te werken. "Jij... hebt me geslagen..." "Ja!" zei de kleine Earl. "Mam heeft je in één keer bewusteloos geslagen! Knak! Eén flinke stoot en weg was je." "Eén stoot?" Verbijsterd voelde ik aan mijn pijnlijke kaak. "Ja," zei het kleine meisje Dottie. "Je lag daar maar zonder je te bewegen. Mam heeft je toen opgeraapt en je naar de bank gedragen. Toen is ze verder gegaan met waar ze mee bezig was. Je hebt daar meer dan een uur liggen kreunen." "Ik heb altijd al tamelijk hard kunnen slaan." Sarah zette de aardappelen op tafel. "Het was een behoorlijk flinke stoot, maar ik denk niet dat ik je kaak heb gebroken of zoiets. Eet je bordje nou maar leeg en hou je maar gedeisd, anders dan moet ik je misschien nog een keer neerleggen." Ik besefte dat ik moet oppassen voor Sarah.